Astronomy Picture of the Day  

Uitleg: Hoe snel slingert de spin-as van elementaire deeltjes? Het Brookhaven Nationaal Laboratorium in New York (VS) maakte in 2001 een verrassend antwoord op deze schijnbaar onbelangrijke vraag bekend, dat er op leek te duiden dat het algemeen in de natuurkunde aanvaarde Standaard Model van de Deeltjesfysica incompleet was. Om precies te zijn, nam men de relatief grote slingering van de as waarom een muon (een deeltje vergelijkbaar met een zwaar electron) tolt onder de loep in een experiment dat bekend staat als g-2 (gee-min-twee). Als gevolg van die meting, werkten andere experimentele groepen over de hele wereld koortsachtig om het Brookhaven resultaat te bevestigen, en stonden theoretische natuurkundigen onder druk om het beter te begrijpen. Het gevoeligste muon-slingering experiment tot nog toe, uitgevoerd op het Fermi National Accelerator Laboratory (Fermilab) in Illinois, hierboven weergegeven, maakte vorige week hun resultaten bekend: en die bevestigen de metingen van Brookhaven. De onverwachte mate van slingering is dus wellicht een aanwijzing dat een alom aanwezige zee van virtuele deeltjes ook nog onbekende soorten deeltjes bevat. Maar het zou ook kunnen wijzen op tekortkomingen in de moeilijke berekeningen die nodig zijn voor de theoretische voorspellingen. Toekomstige vervolgmetingen van Fermilab's g-2 experiment zullen de precisie verbeteren en, mogelijk, het statistische verschil doen toenemen tussen het heelal dat we meten en het heelal dat we begrijpen.

Morgen: supernovaschokgolf

---

◀  | Archief (of: ) | Inzendingen | Index | Zoek | Kalender | RSS | Sterrenkundige termen | Onderwijs | Meer over APOD | Forum |  ▶

---

Auteurs & redacteuren: Robert Nemiroff (MTU) & Jerry Bonnell (UMCP)
Nederlandse vertaling: Rolf A. Jansen (ASU)
Specific rights apply.

site visitors since 2015-08-26T02:00:00