27 Januari 2022
Ten Zuiden van Orion
Credit & Copyright: Vikas Chander
Uitleg:
Ten zuiden van het grote stervormingsgebied dat bekend staat als de Orionnevel
bevindt zich de heldere blauwe reflectienevel
NGC 1999.
Langs de rand van het Orion moleculaire wolkencomplex op zo'n 1500 lichtjaar afstand, doet de
daarin ingenestelde variabele ster V380 Orionis NGC 1999 oplichten.
De nevel wordt gemarkeerd door een donkere op z'n kant liggende "T", rechts van
het midden in dit uitzicht door een
telescoop met een hoekafmeting aan de hemel van ongeveer twee maal die van
een Volle Maan.
Men nam ooit aan dat deze donkere vorm een verduisterende stofwolk was die in
silhouet verscheen.
Maar infraroodwaarnemingen
suggereren dat de vorm waarschijnlijk een holte betreft die door energetische
jonge sterren dwars door de nevel werd geblazen.
In dit gebied barst het namelijk van dergelijke
energetische jonge sterren die gekenmerkt worden door straalstromen
(jets) en uitstromingen met oplichtende schokgolven.
De schokfronten in deze zogenaamde
Herbig-Haro
objecten, genoemd naar sterrenkundigen George Herbig en Guillermo Haro,
hebben intens rode tinten.
HH 1 en HH 2 zijn rechts onder NGC 1999 zichtbaar.
HH 222, ook bekend als de Watervalnevel,
verschijnt als een rode veeg rechtsboven in beeld.
Om schokken te produceren moeten de snelheden waarmee
sterjets zich door het omringende materiaal
boren snelheden hebben van honderden kilometers per seconde.